Huurder in hart en nieren

By 0

Ik ben een huurder in hart en nieren. Veel mensen vinden een huurhuis maar tweede keus: je huurt totdat je een huis kunt kopen. Of je huurt een seniorenflat als je koophuis te groot en te bewerkelijk wordt. Maar ik niet: ik heb altijd met veel plezier gehuurd, zonder ooit naar een koophuis te verlangen.

Waarom?

Omdat ik op bepaalde punten lui ben. Ik noem het liever zen. Er zijn dingen in het leven waar ik me niet druk over wil maken. Bijvoorbeeld over de vraag of de buitenboel dit jaar geschilderd moet worden, en wie ik daar dan voor zou kunnen inhuren. Of ga ik zelf op een ladder staan te bibberen? En wat als ik een spin tegenkom die zich in een hoekje van het houtwerk verstopt heeft? Ik moet er niet aan denken!

Maar je eigen huis is toch een spaarpotje voor later? Dat is nog maar de vraag. Hoe vaak hoor je niet dat mensen hun huis moeten ‘opeten’ (alsof het van peperkoek is)? Of je koophuis op je oude dag nog iets waard is, hangt helemaal af van wetten en regels, en die kunnen zomaar veranderen. Ook daar wil ik me geen zorgen over maken.

Maar het heerlijkste huur ik als het stormt. Ik hoop natuurlijk dat er geen persoonlijke ongelukken gebeuren, maar ik geniet – kijkend naar journaalbeelden van wegwaaiende daken en door ramen vallende bomen – van de gedachte: dat gaat mij niet overkomen. Ik woon op de vierde verieping van een flat van zes verdiepingen. Voordat mijn dak eraf waait, moet er heel wat gebeuren. Maar mócht het toch gebeuren, dan hoef ik me niet druk te maken over de vraag wie mijn bovenburen en hun appartementen terugzet waar ze horen. Dat doet de huisbaas. 

Wat een heerlijke, rustgevende gedachte!

Caren Peeters